Elstar x Delcorf Apache.
Vroege bloei.
Grote vruchtmaat (75 – 85mm), uniform in vorm en grootte. Stevige en sappige appel. Zoetzuur en delicaat aroma.
Pluktijdstip valt +/- 1 week voor Delcorf Apache (begin augustus).
Goede bewaarbaarheid voor een vroeg ras
Resultaat 1–12 van de 22 resultaten wordt getoond
Gele mutant van Golden die het best bestand is tegen verruwing. Zachte schil. Zoete smaak met een lage zuurtegraad. Pluktijdstip half september. Geschikt voor lange bewaring.
Mutant van Boerekamp Early Queen®. Gevonden door de familie Boerekamp uit Someren (NL). Pluk begin september. Vroege tot midtijdse bloei.
Mutant van Elstar gevonden door W.L.A. Boerekamp te Someren (NL) in 1986. Regelmatig gevormde, harde vruchten. Stevig, sappig, roomwit vruchtvlees. Bewaring mogelijk tot eind april. Pluktijdstip derde week september.
Vroege kleumutant van Elstar gevonden door F.H.J. Bougie te Spaulbeek(NL). Rode blos met geelgroene achtergrond zonder verruwing. Bewaarbaar tot in mei. Pluktijdstip begin september.
Kleurmutant van Elstar gevonden door F.J. Elshof te Zeewolde (NL). Middentijds bloeitijdstip. Donker egaal rode vrucht. Uniek aroma en zeer smakelijke appel. Pluktijdstip tweede helft september. Bewaarbaar tot maart.
Het is een grootvruchtige rode mutant van Elstar. Egale homogene kleuring. Pluktijdstip eind augustus, begin september. Minder beurtjaargevoelig.
Mutant van Fuji gevonden door Thomas Braun in Sudtirol (IT). Laat bloeitijdstip, goed vorstbestendig. Robijnrood gestreepte, glanzende vrucht. Zoete, knapperige vrucht. Pluktijdstip half oktober. Goed bewaarbaar.
Zuid-Afrikaanse origine. Variëteit ontdekt door Buks Nell. Middentijdse tot late bloei. Donkerrode en lange vrucht. Krokante en zoete appel. Pluktijdstip: midden september en een lange bewaring is mogelijk.
Middelgrote, donkerrode appel. Rood over de volledige vrucht.Pluktijdstip begin september. Middentijds bloeitijdstip. Mutant van Gala Schniga®Schnitzer.
Toevalzaailing, vermoedelijk ontstaan uit kruising van Grimes Golden met een onbekend ras. Vrij sterke kopgroei. Middentijdse bloei; tamelijk laat Goede kwaliteit van het stuifmeel en enigszins zelfverdraagzaam. Vroege variëteit en weinig beurtjaargevoelig. Pluktijd loopt van eind september tot de vierde week oktober. Middelgrote vrucht, regelmatige vorm. Groengele vruchten die later geel worden. Er kan in sommige jaren sterke vruchtschilverruwing voorkomen. Vruchtvlees is tamelijk stevig en zachtzuur. Deze variëteit kan tot half januari bewaard worden, in ULO tot eind juni. Goed uitstalleven.
Gevonden door M.H. Reinders te Helden-Panningen (NL) in 1962. Gele tot groengele vrucht. Gladde, middelgrote vrucht. Eerder late bloei. Pluktijdstip midden september.